Aangespoelde boomstammen, 500 treden naar beneden en een kakkerlakkenteam.

4 maart 2020 - Jimbaran, Indonesie, Indonesië

Wow. Ik ben gewoon al een dikke maand van huis! Het zal vast door alle nieuwe indrukken komen maar wat gaat de tijd hier snel zeg… Heit en mem zijn lekker naar Sevilla geweest en hoewel ze een hele week weg waren had ik het gevoel dat ze een dag na hun vertrek alweer waren thuisgekomen. En mag ik ook nog even zeggen hoe onwijs ik heb genoten van jullie reacties op mijn blog? Nooit gedacht dat zoveel mensen het zouden volgen en leuk zouden vinden, heel lief!

Jullie sturen regelmatig berichtjes als: ‘Geniet maar, want het is daar vele malen beter weer dan hier’, maar ik zal jullie eerlijk vertellen dat ik zojuist door de stromende regen naar mijn favoriete lunchkraampje ben gerend. En als ik dan zeg stromende regen bedoel ik ook écht stromen… Ik wist niet dat je door 10 meter regen rennen zó nat kon worden. En hier zit ik dan, bijna doorweekt te wachten op mijn bordje nasi met een ei en een komkommer- en tomatenschijfje, terwijl buiten de zon alweer doorbreekt. Het regende de hele ochtend al en doordat de waterafvoer hier niet is zoals die in Nederland is, blijven er grote plassen in de straten staan. Op dit moment zit ik te kijken naar twee kindjes van een jaar of 5 die aan het spelen zijn met een groot banenblad in de 6 meter grote waterplas. Het water komt tot hun enkeltjes en aan het gegil te horen en hun blije koppies te zien hebben ze de grootste lol. Ik kan een glimlach niet onderdrukken omdat het tafereeltje er zo ontzettend schattig uit ziet. Ze lijken erg op de kindjes uit onze buurt. De afgelopen weken ben ik erachter gekomen dat ons huis nu niet bepaald in de mooiste wijk van Denpasar ligt. Dit heeft als resultaat dat we een eindje moeten rijden voor we de mooiere plekken, zoals die in alle reisboekjes staan weergegeven, kunnen bezoeken. En dat vind ik eigenlijk helemaal niet erg! Doordat we hier wonen kom ik er steeds beter achter hoe de Balinezen leven. We zien als geen ander hoe het leven er ’s avonds uitziet, hoe de kinderen hier leven en waaruit het Balinese eten écht bestaat. En dat is een heel verschil met de plaats waar ik stageloop, in Kuta. De restaurantjes aan de hoofdstraat serveren zelfs Westers eten (friet, hamburgers en pasta’s), het is twee keer zo duur als bij ons en ze zijn helemaal gefocust op het ‘naar de zin maken voor toeristen’. Gelukkig heb ik een paar straten verderop deze warung (klein eetkraampje langs de weg) gevonden waar ze voor een euro heerlijke nasi en mie maken! Maar laat ik het eens over mijn stage hebben, want hoewel het er niet altijd op lijkt, is dat natuurlijk waarvoor ik hier in eerste instantie ben…

Mijn bazin heet Terra (een knappe, vlotte vrouw van ongeveer 30 jaar) en in tegenstelling tot de bazen van mijn medestudenten hier is ze straight to the point en zegt ze gelijk wat ze vindt. Het verbaasde me eerst nogal omdat ik had gelezen dat mensen uit deze cultuur juist afwachtend zijn, vaak om de onderwerpen heen draaien en het moeilijker vinden je ergens op aan te spreken. Toen ik haar ernaar vroeg, bleek dat ze inderdaad een uitzondering op de cultuur was; haar vrienden en familie vonden haar ook nogal direct. Eigenlijk ben ik er wel blij mee want ze vertelt het me gelijk als ze wil dat ik iets anders doe of iets aanpas. Daarnaast had ik gelezen dat deze cultuur op de werkvloer meer waarde hecht aan hiërarchie dan dat wij dat doen (een biertje met je baas zoals bij ons, is hier niet gebruikelijk). Ik mag me dan fantastisch hebben ingelezen, maar ook hierin blijkt mijn Terra nét iets anders te zijn dan de rest van de cultuur: ze vertelt me op kantoor regelmatig grappige verhalen over haar privéleven, nam me laatst mee te lunchen, vraagt vaak m’n mening en ze deelt haar koekjes met me. Ik merk dus weinig van de hiërarchie binnen deze organisatie. De afgelopen weken heb ik de social media van het bedrijf bij mogen houden (dus veel foto’s en videobeelden geschoten van het surfen en het eiland zelf) en ik mocht blogs schrijven. Deze moesten surf gerelateerd zijn of met de Balinese cultuur te maken hebben. In Canggu, een stad die een halfuur verderop ligt, is net een nieuwe vestiging van de surfschool geopend en af en toe rijd ik er naartoe met een opdracht van Terra. Vaak begint mijn dag met jullie appjes en berichtjes lezen en beantwoorden. Daar ben ik dan een halfuurtje mee bezig en vervolgens blijft het rustig tot een uur of drie ’s middags want dan pas ontwaakt Nederland weer. Ik ben blij dat mijn vriendinnetje Amarins op dit moment stageloopt op Sint Maarten. Bij haar is het gedurende die tijd namelijk avond en zo is er altijd iemand om mee te kletsen.
Over de opdrachten was Terra vanaf het begin duidelijk: als ik vond dat ik van een opdracht niets leerde of als ik dacht, ‘dit past niet bij wat ik geleerd heb op mijn opleiding’, dan moest ik het aangeven en zouden we samen op zoek gaan naar iets wat wel paste. Daarnaast vertelde ze me dat als ik dacht op schema te liggen met mijn opdrachten, ik best een uur of twee de zee in mocht gaan om te surfen. De eerste twee weken hield ik me gedeisd want ik wou niet gelijk de zee in vliegen en overkomen als een student die haar werk niet serieus neemt, maar de derde week durfde ik het aan. Met mijn bikini aan liep ik naar de parkeerplaats voor surfplanken, pakte het board waar ik de allereerste keer les op had gehad en liep (stoer als dat ik me voelde zonder instructeur) naar het strand. Ik herhaalde snel alles wat ik tijdens de eerste les had geleerd nog een keertje in mijn hoofd en struikelde doordat ik in gedachten verzonken was bijna over een halve meter brede, aangespoelde plasticwand. Ieuw. Dit was twee weken geleden helemaal niet zo! Met mijn board nog onder m’n arm stond ik in shock het strand te observeren en zowel links als rechts lag op het punt waar de golven niet meer rijkten een halve meter aangespoeld plastic, kokosnoten en zelfs boomstammen. Oke Jel, dacht ik, zet jezelf er overheen (letterlijk), alles wat hier ligt, drijft in ieder geval al niet meer in de zee. Ik stapte de zee in en de eerste meters waren nog niet echt een pretje. Ik voelde plastic bakjes en andere slierten van ondefinieerbare voorwerpen rond mijn benen kronkelen en ik besloot om op m’n plank te gaan liggen zodat ik dat nare gevoel in ieder geval kwijt zou zijn. Al peddelend probeerde ik mezelf de zee op te dragen maar het voelde alsof ik eerder plastic naar achter aan het harken was dan dat ik mezelf naar voren bracht. Verderop in de zee was het veel beter, maar elke golf die je pakt brengt je natuurlijk weer naar het begin… Ik heb welgeteld 20 minuten gesurft en toen was ik er klaar mee. Ik heb de surfplank weer op zijn parkeerplekje gezet om er daar pas achter te komen dat ik nog een koekjesverpakking aan mijn been had plakken.

Overdrijf ik? Helaas niet, het is écht gebeurd. Ik snap nu in ieder geval waarom mensen spreken over de ‘plastic soep’. En ik zal snel uitleggen hoe het zit voordat jullie denken dat het eiland wat als een paradijs wordt beschreven, eigenlijk een regelrechte nachtmerrie is. Toen ik terug kwam op kantoor heb ik Terra gelijk gevraagd hoe het opeens zo erg kon zijn; tijdens mijn eerste les surfte ik toch in een schone zee? Zij vertelde me het volgende:
Op Bali zelf, maar vooral op Java, gooien veel bedrijven afval (en dan voornamelijk plastic) in de rivieren. Tijdens het regenseizoen komt al het plastic wat zich in die rivieren verzamelt heeft, omhoog. Het drijft dan allemaal de oceaan in en door stromingen in de zee en een wind uit de verkeerde hoek stroomt het allemaal aan op de bekendste stranden van Bali, en dus ook op die van onze surfschool… Terra heeft me beloofd dat het over drie weken over is omdat dan ongeveer het zomerseizoen begint, waarbij de wind een andere kant op staat en er geen afval meer aanspoelt. Om de bende die er nu ligt op te ruimen, rijden er elke dag bulldozers over het strand. De Balinezen zijn druk aan het harken en toen ik er even naar bleef kijken laatst was ik verbaasd over de activiteiten. Zodra de bulldozer het strand op kwam, renden de mensen achter hun verkooptentjes op het strand vandaan en begonnen ze actief afval in de bulldozer te scheppen. Zelfs kinderen werden meegetrokken om te helpen en het was mooi en begrijpelijk om te zien dat ze er zoveel mogelijk aan (willen) doen om het schoon te houden op het strand. Toeristen zijn hier erg belangrijk en dit plastic schrikt natuurlijk af… Ik kan in ieder geval niet wachten tot het weer schoon is!

Na mijn stage cross ik op mijn scootertje in 20 minuten weer naar huis om daar de verhalen over de stage van medestudenten aan te horen. Het is een gezellige ploeg mensen en je weet dat de sfeer goed zit als je na je stage of ’s avonds op een onverwacht moment door de heren met kleren en al het water in wordt gegooid… (Ja, hier is beeldmateriaal van… kijk maar bij ‘video’s'). Als we dan ’s avonds één voor één besluiten om naar bed te gaan, komt het elke week wel een keer voor dat iemand een kakkerlak op zijn kamer vindt. Het duurt dan ook niet lang of de eerste appjes (inclusief foto’s) van het angstaanjagende beest komen binnen op de groepsapp. Al snel vormt zich daarna uit alle hoeken van het huis een ‘kakkerlakkenteam’ die bereid staat de desbetreffende kamer binnen te stormen om dit monster met een insectenspuitbus en vuuraansteker voorgoed te komen vernietigen.

Naast enge beesten bestrijden doen we spelletjes, drinken biertjes, zwemmen, gaan op stap en kijken vooral heel erg uit naar het weekend. Het weekend geeft ons namelijk de gelegenheid om er op uit te gaan en meer te bekijken dan alleen de route van het huis naar onze stageplaats. Omdat alles zo goedkoop is hier hebben we nu al twee keer voor ongeveer 20 euro per persoon een villa gehuurd (inclusief ontbijt) in een ander deel van Bali om in alle rust de buurt daar lekker te verkennen. We berijden alles met de scooter en we worden steeds beter in het inhalen van files. Het eerste weekend hadden we wilde plannen om naar Uluwatu te gaan (in het onderste linker puntje van Bali), maar door een heel weekend regen zaten we aan huis gekluisterd en kwamen we niet veel verder dan de oprit. Daarom gingen we het tweede weekend naar Uluwatu waar we de temple Pura Luhur hebben bezocht. Het derde weekend hebben we geraft, een verlaten hotel bezocht en zijn we naar de Nungnung Waterfall geweest. We mochten onszelf 504 treden naar beneden werken (en nee, dit heb ik niet zelf geteld, google is mijn grote vriend) maar dan heb je ook wat: een stroom water die 60 meter naar beneden klettert, midden in de jungle! Het vierde weekend was afgelopen weekend en toen hebben we met zijn 16’en een villa gehuurd in Ubud. We zijn naar Monkey Forrest geweest, de tempel Pura Tirta Empul bezocht (die meer bekend staat om haar bad met ‘holy water’ dan om de tempel zelf) en zondag deden we een poging de rijstvelden van Tagalalang te bezoeken (een halfuur boven Ubud). Halverwege onze wandeltocht door de rijstvelden begon het te regenen en het maakte de modderpaadjes super glad. Zeker een uitdaging. Maar ook met regen is dit een indrukwekkende belevenis. Wat prachtig om de rijst van zo dichtbij te zien en er gewoon tussen te lopen! Echt een ervaring en ik weet zeker dat ik er ook nog eens naartoe ga met zon!

Met mijn gezondheid gaat het goed! Ik heb nog niet eens een klein beetje diarree hoeven ervaren sinds ik hier ben en ook de misselijkheid blijft uit, in tegenstelling tot vele anderen hier… Sommigen hier zijn zo ziek dat ze een dag lang diarree hebben of aan het overgeven zijn. Als het zo ernstig is noemen ze het hier de ‘Bali Belly’ en van de vorige lichting heb ik gehoord dat bijna iedereen die hier zit het één keer ervaart en er daarna bijna geen last meer van heeft… We gaan het dus afwachten, maar tot zover gaat het met mijn gesteldheid hier dus hartstikke goed!

Tot slot was er deze maand nog het feest Galungan en Kuningan. Op de Galungan dag wordt de overwinning gevierd van het goede over het kwade. De Balinezen vieren op deze dag dat de geesten van overleden familieleden terugkomen naar de aarde om een bezoek te brengen aan hun voormalige huis. De bewoners hebben de verantwoordelijkheid om gastvrijheid te bieden door offers te brengen en door te bidden. Op de Kuningan dag (welke 10 dagen na Galungan dag is) verlaten deze voorouders de aarde weer. Het meest opvallende aan dit feest zijn de ‘Penjors’: hoge bamboepalen met daarin offers die langs de kant van de weg staan; een tent op het voetbalveld erbij en je zou denken dat het dorpsfeest is. Op het strand was een hele ceremonie en het was bijzonder om deze mee te maken. Meisjes in dikke lagen make-up en kanten kleding dansten vlakbij het water en daarachter zaten honderden mensen te bidden terwijl het opperhoofd een belletje liet rinkelen en allemaal gebeden in een microfoon mompelde. Een kleurrijk en gaaf spektakel!

Ik zou nog kantjes vol kunnen schrijven over alles wat ik meemaak, maar laten we voor volgende keer ook nog wat bewaren… Hiermee zijn we dan (eindelijk?) aan het einde gekomen van deze blog en mochten jullie nog vragen hebben na deze gigantische lap tekst, schroom dan niet om me een berichtje te sturen!

Een dikke knuffel uit het af en toe plenzende maar oh zo mooie Bali!

(PS: de foto's zijn te vinden onder het kopje 'foto's'. Anders moest ik ze allemaal één voor één aan deze blog toevoegen en dat was me nét iets te veel werk... hihi)

Foto’s

10 Reacties

  1. Jente:
    4 maart 2020
    leuk om je zo te zien stralen poepie!!!! Mis je helemaal niet! Doei!
  2. Monique:
    4 maart 2020
    Super jelma. Je schrijft erg leuk!! Wat een mooi land is het inderdaad. En gaaf dat je zoveel ziet en doet. Veel liefs uit sneek!
  3. A van Gelder:
    4 maart 2020
    hallo jelma, wat een geweldig verslag en schitterende foto" s . wat


















    Hallo Jelma, Wat weer een prachtig verslag van je belevenissen op
    Bali en wat een prachtige foto"s Je vermaakt je daar prima heb ik
    begrepen. We zien al weer uit naar het volgende verslag.
    Veel liefs van bep en pake
  4. Piet Rienks:
    4 maart 2020
    Hallo Jelma
    Wat een beleving in een mooie omgeving
    Prachtige foto’s en een boeiend verhaal
    Mooi dat je ons op de hoogte houd
    Geniet van je verblijf daar En tot de volgende foto’s en de nieuwe verhalen
    Groet Piet
  5. S Koster:
    4 maart 2020
    Hallo Jelma wat weer een prachtig verhaal en mooie foto's. Fijn dat je zo geniet van het land en je stage. Wij zien alweer uit naar je nieuwe blog. Groetjes van Sybe en Ankie
  6. Tiny:
    4 maart 2020
    Super tof Jelma, ik beleef helemaal oude tijden als ik je verhaal lees! Blijf genieten en schrijven! X
  7. A van Gelder:
    5 maart 2020
    ook wij hebben weer gelezen wat je allemaal beleefde !
    Je weet nu ook hoe kakkerlakken er uit zien begrijp ik
    En al die troep aan je benen ! Gelukkig gooien ze je dan af en toe in het zwembad wat je altijd al leuk vond !!!Gr van pake en bep
  8. To:
    6 maart 2020
    Mooi reisverhaal Jelma. Goed geschreven, ik zie het allemaal voor me 😀.
  9. Jack Peters:
    8 maart 2020
    Wat een ervaringen. Mooi om te lezen Jelma. Dus blijf schrijven. Het ga je goed . . :)
  10. Klaas Hoekstra:
    11 maart 2020
    In één woord: Fantastisch!!! Ga zo door!